126. Wilde weit: ons mooiste onkruid
Wilde weit is in Nederland zeer zeldzaam. Alleen in Zuid-Limburg heeft deze plant nog een groeiplekje. De site www.waarneming.nl vermeldt Voerendaal - Kunderberg als groeiplaats. Ik heb de plant er nooit gezien, maar ik heb er ook nooit echt naar gezocht. Ik had ook geen idee hoe de plant er uit zag. Dat had ik natuurlijk op kunnen zoeken, maar achteraf weet ik zeker dat de wilde weit me zou zijn opgevallen als de plant in bloei had gestaan!
Een groepje bloeiende wilde weit zie je niet over het hoofd.
Mijn eerste wilde weit
Die zag ik toen ik in Frankrijk bij een wandeling bij een aantal graanakkers door een 'overhoekje' liep. Een overhoekje is een klein stukje akker dat wat ongelukkig ligt zodat de ploeg er niet goed bij kan en waar de boer de onkruiden dus maar laat groeien. In dit overhoekje groeiden inderdaad onkruiden, maar er stond één plant bij die zo mooi bloeide dat die onmiddellijk bij mij in de tuin mocht!
Daarna heeft het best nog even geduurd voordat ik wist welke plant het was en voordat ik weer een exemplaar vond. Ik vind de plant nog steeds prachtig, maar voor de tuin is wilde weit helaas niet echt ideaal.
Wilde weit (Melampyrum arvense) is een halfparasiet d.w.z. de plant heeft wel bladgroen en kan daarmee zijn eigen bouwstoffen maken. Maar voor die productie zijn water en mineralen nodig en die haalt een halfparasiet uit een andere plant door zijn wortels in die andere plant te laten groeien. De halfparasiet moet daarbij voorzichtig zijn want zijn 'gastheer' mag natuurlijk niet doodgaan! De wilde weit kan als gastheer diverse grassoorten gebruiken waaronder onze granen, want dat zijn ook grassen. De plant heeft er dan ook zijn naam aan te danken: wilde weit betekent zoiets als 'wilde tarwe'. Behalve misschien in Zuid-Limburg, is wilde weit waarschijnlijk nooit een echt probleem geweest in ons land, want de plant heeft graag wat extra kalk. Maar nu is wilde weit dus bijna verdwenen uit Nederland en dan missen we wel wat.
De bloeiende wilde weit plant van dichtbij.
De wilde weit wordt ongeveer een halve meter hoog. Het blad is smal en ik vind het een beetje distelachtig, maar het prikt niet. De plant bloeit van juni tot augustus. De bloemen staan in een tros rond de stengel en de tros is daardoor aarvormig. De onderste bloemen gaan het eerst open en als de bovenste aan de beurt zijn, zijn de onderste al verwelkt. De bloemen zijn roodpaars met in midden een gele band en het model van de bloem lijkt op die van het familielid hengel. Rood paarse bloemen met gele band en dan ook nog een tiental in een 'aar' bij elkaar en dat alles aangevuld met rood paarse schutbladeren! Dat is natuurlijk zéér opvallend in een wat verwaarloosde berm. Vandaar dat ik er vrij zeker van ben dat ik de bloeiende plant nooit over het hoofd heb gezien.
Op internet viel het me op dat de bloei op veel foto's op internet blauwpaars lijkt. Ik vermoed dat dit aan de foto ligt, ik herinner me alleen roodpaarse bloemen met gele band.
Kortom, de plant heeft alles om in de tuin te mogen. Maar het lijkt me een lastige klant. Wilde weit is eenjarig en zoals gezegd een halfparasiet op grassen. Dus ieder jaar zaaien voor de winter én een grassoort in de tuin houden die daar ook acceptabel is als de wilde weit niet bloeit. Ofschoon: de Engelse Wikipedia zegt dat wilde weit ook wel wil parasiteren op alfalfa en vlas, beide geen grassen maar wel akkerplanten. En vlas bloeit met vriendelijke lichtblauwe bloemetjes die niet in de tuin zullen misstaan. Vergeet niet wat extra kalk voor de wilde weit!
Bremraapfamilie
Wilde weit hoort bij de Orobanchaceae, de bremraapfamilie, waar meer halfparasieten en echte parasieten in zitten. Maar de geleerden zijn het nog niet helemaal eens waar de grenzen precies liggen. Men neemt wel vrij algemeen aan dat alle vol parasieten afstammen van de halfparasieten en dat er dus vrij nauwe familie relaties moeten zijn. Voorlopig laat ik dit maar aan de deskundigen over.
Zeker wel familie van de wilde weit is onze inheemse halfparasiet hengel (Melampyrum pratense). Het is een sierlijk plantje van 20, 30 cm hoog dat bloeit met bleek gele bloemetjes die vrij groot lijken voor het wat iele plantje. De bloemetjes hangen allemaal aan één kant van de stengel en hebben een typische vorm die mij een beetje doet denken aan uitgerekte leeuwenbekjes. Hengel is vergeleken met wilde weit de bescheidenheid zelf, maar terwijl wilde weit zich voedt via grassen, pakt hengel bomen als eik en berk om af te tappen!
Bloeiende hengel is een fraai plantje, maar zeer bescheiden vergeleken met wilde weit.
Hengel groeit volgens de Nederlandse Wikipedia in loofbossen, bij voorkeur aan de rand of langs paden. Maar in de Duitse versie wordt de spar als waardplant genoemd! In de Engelse en de Franse versie wordt niet gesproken over het bestaan als halfparasiet. De Oecologische Flora neemt aan dat hengel buiten Nederland wel op naaldbomen groeit.
De beide soorten bremraap, wilde weit en hengel, maken zaad dat al voor het begin van de winter moet kiemen en de zaden zijn relatief groot voor de planten. Beide hebben een mierenbroodje waardoor de mieren er mee gaan slepen, maar de mieren schijnen ze niet te eten. Bij hengel wordt als reden voor het grote zaad en vroeg kiemen gegeven dat het kiemplantje relatief diep moet groeien om de wortels van de gastheer te vinden. Bij wilde weit was de reden blijkbaar niet duidelijk. Het vroege kiemen lijkt bij wilde weit alleen maar een nadeel, want hierdoor kan de plant alleen op wintergranen parasiteren want zomergranen worden pas na de winter gezaaid.
Er groeit in Europa nog een fraai familielid van de bremraapfamilie: Melampyrum nemorosum. Ik heb er geen Nederlandse naam voor gevonden. In het Duits heet de plant 'Hain-Wachtelweizen'. Het laatste stuk van die naam betekent wilde weit en het eerste deel is een omheind grasland. De Engelsen noemen het bosbremraap. De plant parasiteert inderdaad op grassen en groeit in Duitsland, het zuiden van Scandinavië en in de Alpen en Oost-Europa. Deze bremraap heeft gele bloemen net als hengel, maar veel donkerder geel en met soms wat rood aan de voet. Maar het meest verrassend zijn de schutbladeren die boven de bloemen staan: deze zijn diep paars blauw! Een hele fraaie combinatie!
Jan van Dingenen - 2020